Skip to content

Passagiersrechten EU 392/2009

Minikreuzfahrt Helsinki

Samenvatting van bepalingen betreffende de rechten van passagiers die over zee reizen in geval van ongevallen¹

Verordening (EG) nr. 392/2009 inzake de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers in geval van ongevallen is van toepassing in de EU- en EER-staten² vanaf 31 december 2012. De verordening neemt bepaalde bepalingen op uit het Verdrag van Athene van 1974 (zoals gewijzigd bij het Protocol van 2002) betreffende het vervoer van passagiers en hun bagage over zee.

 De verordening is van toepassing op alle vervoerders bij internationaal vervoer, inclusief vervoer tussen EU-lidstaten, en bepaalde soorten binnenlands vervoer, mits:

– het schip de vlag voert van een lidstaat of geregistreerd is in een lidstaat, of

– het vervoercontract is gesloten in een lidstaat, of

– de plaats van vertrek of bestemming, of beide, volgens het vervoercontract in een lidstaat liggen.

De verordening betreft zich op de aansprakelijkheid van de vervoerder ten aanzien van passagiers, hun bagage en hun voertuigen, alsook mobiliteitsapparatuur, in geval van ongevallen.

Deze verordening tast niet het recht van vervoerders aan om hun aansprakelijkheid voor ongevallen te beperken overeenkomstig het Internationale Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, 1976, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1996 in zijn actuele vorm. Ongevallen in de zin van de verordening omvatten zowel ‘scheepsongevallen’³ als ‘niet-scheepsongevallen’ tijdens het vervoer.

RECHTEN VAN PASSAGIERS

Recht op schadevergoeding bij overlijden of lichamelijk letsel

Scheepsongeval: de passagier heeft recht op schadevergoeding van de vervoerder of de verzekeraar van de vervoerder tot 250.000 SDR⁴ in elk geval, met uitzondering van omstandigheden buiten de macht van de vervoerder (d.w.z. oorlogsdaad, natuurramp, daad van een derde partij). Schadevergoeding kan oplopen tot 400.000 SDR tenzij de vervoerder aantoont dat het ongeval zonder zijn schuld of nalatigheid heeft plaatsgevonden.

Niet-scheepsongeval: de passagier heeft recht op schadevergoeding van de vervoerder of de verzekeraar van de vervoerder tot 400.000 SDR, indien hij/zij aantoont dat het ongeval het gevolg was van schuld of nalatigheid van de vervoerder.

Recht op schadevergoeding bij verlies of beschadiging van cabinebagage

Scheepsongeval: de passagier heeft recht op schadevergoeding van de vervoerder tot 2.250 SDR, tenzij de vervoerder aantoont dat het ongeval zonder zijn schuld of nalatigheid heeft plaatsgevonden.

Niet-scheepsongeval: de passagier heeft recht op schadevergoeding van de vervoerder tot 2.250 SDR, indien hij/zij aantoont dat het ongeval het gevolg was van schuld of nalatigheid van de vervoerder.

Recht op schadevergoeding bij verlies of beschadiging van andere bagage dan cabinebagage

De passagier heeft recht op schadevergoeding van de vervoerder tot 12.700 SDR (voertuigen, inclusief bagage die in of op het voertuig wordt vervoerd) of 3.375 SDR (andere bagage), tenzij de vervoerder aantoont dat het ongeval zonder zijn schuld of nalatigheid heeft plaatsgevonden.

Recht op schadevergoeding bij verlies of beschadiging van kostbaarheden

De passagier heeft recht op schadevergoeding van de vervoerder tot 3.375 SDR voor verlies van of schade aan geld, verhandelbare waardepapieren, goud, zilverwerk, juwelen, sieraden en kunstwerken, maar alleen wanneer deze bij de vervoerder in bewaring zijn gegeven voor het overeengekomen doel van veilige opslag.

Recht van een passagier met beperkte mobiliteit op schadevergoeding bij verlies van of schade aan mobiliteitsapparatuur of andere specifieke uitrusting

Scheepsongeval: de passagier heeft recht op schadevergoeding van de vervoerder ter hoogte van de vervangingswaarde of de reparatiekosten van de betreffende uitrusting, tenzij de vervoerder aantoont dat het ongeval zonder zijn schuld of nalatigheid heeft plaatsgevonden.

Niet-scheepsongeval: de passagier heeft recht op schadevergoeding van de vervoerder ter hoogte van de vervangingswaarde of de reparatiekosten van de betreffende uitrusting, indien hij/zij aantoont dat het ongeval het gevolg was van schuld of nalatigheid van de vervoerder.

Recht op een voorschot in geval van een scheepsongeval

In geval van overlijden of lichamelijk letsel heeft de passagier of een andere tot schadevergoeding gerechtigde persoon recht op een voorschot om in de onmiddellijke economische behoeften te voorzien. De betaling wordt berekend op basis van de geleden schade, moet binnen 15 dagen worden verricht en bedraagt bij overlijden minimaal 21.000 EUR.

PROCEDURELE ELEMENTEN & OVERIGE ZAKEN

Schriftelijke kennisgeving

In geval van schade aan cabinebagage of andere bagage moet de passagier tijdig⁵ schriftelijke kennisgeving doen aan de vervoerder. Indien dit niet gebeurt, verliest de passagier zijn/haar recht op schadevergoeding.

Termijnen voor de uitoefening van de rechten van de passagier

In het algemeen moet een vordering tot schadevergoeding bij een bevoegde rechtbank binnen een termijn van 2 jaar worden ingesteld. Het aanvangspunt van deze verjaringstermijn kan verschillen afhankelijk van de aard van het verlies.

Uitzonderingen betreffende aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de vervoerder kan worden verminderd indien hij aantoont dat het overlijden of het lichamelijk letsel van een passagier of het verlies van of schade aan diens bagage is veroorzaakt of daartoe is bijgedragen door schuld of nalatigheid van de passagier. De limieten van de verschillende schadevergoedingsbedragen zijn niet van toepassing indien wordt bewezen dat de schade is veroorzaakt door een daad van de vervoerder, of van een bediende of vertegenwoordiger van de vervoerder of van de uitvoerende vervoerder, gepleegd met de intentie dergelijke schade te veroorzaken of met de wetenschap dat dergelijke schade waarschijnlijk het gevolg zou zijn.

Eigen risico

De vervoerder en de passagier zijn in de Vervoersvoorwaarden overeengekomen dat de aansprakelijkheid van de vervoerder onderworpen is aan een eigen risico van 330 SDR in geval van schade aan een voertuig en van 149 SDR per passagier in geval van verlies van of schade aan andere bagage, welk bedrag van het verlies of de schade wordt afgetrokken.

1 Samenvatting opgesteld overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 (PB L 131, 28.5.2009, blz. 24) inzake de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee in geval van ongevallen.

2 De verordening wordt van toepassing op EVA-staten overeenkomstig het besluit van het EVA-Comité nr. 17/2011 (PB L 171, 30.6.2011, blz. 15) na de relevante kennisgevingen door de betrokken EER-staten.

3  ‘Scheepsongeval’ in de zin van deze verordening omvat: schipbreuk, kapseizen, aanvaring of stranding van het schip, explosie of brand in het schip of een gebrek aan het schip. Alle andere ongevallen tijdens het vervoer in de zin van deze samenvatting zijn ‘niet-scheepsongevallen’.

4 Verlies of schade geleden als gevolg van een ongeval wordt berekend op basis van “rekeneenheden”, die “Special Drawing Rights” (SDR) zijn voor lidstaten die partij zijn bij het Internationaal Monetair Fonds (alle EU-lidstaten). Informatie en wisselkoersen voor SDR zijn te vinden op: http://www.imf.org/external/np/exr/facts/sdr.htm. Op 15 oktober 2025 bedroeg 1 SDR = 1,18 EUR.

5 In gevallen van zichtbare schade moet schriftelijke kennisgeving worden gedaan vóór of bij ontscheping voor cabinebagage, en vóór of bij teruggave voor andere bagage. In gevallen van niet-zichtbare schade aan of verlies van bagage moet schriftelijke kennisgeving worden gedaan binnen 15 dagen na ontscheping of teruggave (of geplande teruggave in geval van verlies).